De lente op de Hümmling nodigt u uit om de natuur in te trekken met talrijke, bloeiende voorbodes van de lente: de vroegbloeiers en de voorjaarskruiden vormen een groen gazon, dat nu ervaren kan worden. Of het nu gaat om knoestige bossen zoals de Tinner Loh of de Esterweger Busch, bij de millennia oude hunebedden of langs de beekjes - eetbare wilde kruiden zijn altijd overal te vinden. Een bijzondere blik in de tuinen van de Hümmling is ook de moeite waard - in de kruidentuin van de Mersmühle in Haren worden speciale kruidencursussen aangeboden over de plaatselijke wilde en geneeskrachtige planten. Ze werden lange tijd vergeten, maar tegenwoordig worden ze weer zeer gewaardeerd als een gezonde delicatesse.
Want juist het eerste groen, het "wilde groen", dat in weilanden en bossen groeit, bezit een uitgesproken rijkdom aan vitaminen, mineralen, secundaire plantenstoffen en andere belangrijke ingrediënten die de stofwisseling stimuleren. Wat dacht je bijvoorbeeld van een salade van het jonge gewone speenkruid? Deze vroege bloeier werd in het verleden door zeelui zeer gewaardeerd, omdat hij zo rijk is aan vitaminen, vooral vitamine C, en werd gebruikt tegen de gevreesde scheurbuik. Het is belangrijk om de jonge bladeren te oogsten voordat de planten bloeien - als ze eenmaal in bloei staan, heeft ze een hoog gehalte aan protoanemonine en andere niet eetbare stoffen. Jonge bladeren daarentegen kunnen volledig onschadelijk worden genuttigd en hebben een licht prikkelende, nootachtige, frisse smaak.