Midden in het natuurpark Hümmling runt Norbert Rüschen de schapenboerderij Emstal. Hij bezit 500 schapen, 50 geiten, 4 herdershonden en een pup. Zij zijn het middelpunt van zijn zorg, want verantwoordelijk zijn voor zoveel dieren is een hele klus. Voor schaapherder Norbert Rüschen is het een roeping: op het ouderlijk bedrijf werden al van jongs af aan schapen gehouden en zo was het mogelijk om na 25 jaar schapenteelt als bijverdienste de stap naar het zelfstandig ondernemerschap te wagen en fulltime een veenschapenhouderij te exploiteren. De reden was de toegenomen behoefte aan schapen - de dieren van herder Rüschen zijn namelijk landschapsverzorgers in het natuurpark Hümmling en vooral in het aangrenzende natuurpark Moor-Veenland, waar ze grazen in het Dalum-Wietmarscher Moor. Na het einde van de turfwinning zijn de herbeweidingsgebieden de laatste jaren gestaag toegenomen. Om ze op lange termijn in stand te houden, moeten ze worden begraasd. Rüschen besloot deze taak op zich te nemen.
Meer weiden, meer schapen: er moesten een nieuwe schaapskooi en machines worden aangeschaft. De nieuwe stal van de schapenboerderij Emstal is 60 m lang en 30 m breed en is is voorzien van moderne apparatuur, zoals een luchtafvoersysteem, strooisel- en voederdistributiemachines. Daarnaast is er een loods voor het wagenpark en een mooie entourage met een grote fruitboomgaard. Een grote investering en een ondernemersrisico, dat Schäfer Rüschen dankzij de goede samenwerking met de natuurbeschermingsinstanties (lees: die Staatliche Moorverwaltung) heeft kunnen nemen. Op die manier profiteren beide partijen: het bestaan van natuurbehoud voor de ene partij, en de instandhouding van de biotoop voor de andere partij.
Daarbij komen nog de enorme kosten voor het onderhoud van de dieren in de winter - iedere dag in de stal brengt aanzienlijke kosten met zich mee! 500 tot 600 balen van het beste kuilhooi per jaar zijn nodig om de dieren in het koude seizoen te voeren - dit is het beste voer, want nu is het de tijd om te lammeren. Ooien en lammeren hebben behoefte aan hoogwaardig voeder in voldoende hoeveelheden om de nodige melk te produceren en te herstellen van de stress en de spanningen die de geboorte met zich brengt - vooral omdat tweelinggeboorten niet ongewoon zijn. Ze krijgen elke dag kuilhooi, en ook melasse en mineraalvoer. Schaapherder Rüschen is er trots op zonder krachtvoer te kunnen, dat veel energie levert, maar ook tot problemen kan leiden vanwege de snel verteerbare koolhydraten.
Aan de dieren kun je de jarenlange ervaring zien: Goed gevoede moeders en vrolijke lammetjes. Afhankelijk van de leeftijd van de lammeren worden zij in kudden gehuisvest in ruime stalling. Voor de jongen is er vooral eiwitrijk, fijnvezelig hooi in afzonderlijk toegankelijke ruifen. Zo wordt de concurrentiedruk op de voederplaatsen vermeden en heerst er meer rust in de kudde. Deze rustige sfeer is onmiddellijk merkbaar in het stalgebouw en is een teken van de optimale leefomstandigheden.